Stelselvernieuwing rechtsbijstand

Deze zomer heeft staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Teeven zijn plannen voor een stelselwijziging voor rechtsbijstandverlening naar de Tweede Kamer gezonden. Aanleiding voor de wijziging is de toename van de kosten voor rechtsbijstand met 165 miljoen euro in de laatste 10 jaar.

Een in het oog springend voorstel is de verplichte selectie aan de poort. Alle zaken zullen eerst inhoudelijk moeten worden getoetst op basis van noodzakelijkheid, voordat een toevoeging wordt verleend. Die toetsing zal waarschijnlijk plaatsvinden bij het Juridisch Loket en niet bij de Raad voor rechtsbijstand. Alleen als een alternatieve geschillenbeslechting niet mogelijk is, komt de advocatuur in beeld. Die hoeft dan geen toevoeging meer aan te vragen.

Bijzonder is ook dat in beginsel verbintenissenrecht en huurrecht worden uitgesloten. Teeven ziet voor die zaken voldoende mogelijkheden om rechtsbijstand zelf te financieren, zoals via een rechtsbijstandsverzekeraar of beslechting door een geschillencommissie. Ook gemeenschappelijke echtscheidingsverzoeken, waarbij geen minderjarige kinderen betrokken zijn, moeten het volgens het voorstel zonder rechtsbijstand oplossen.

Ook de tariefindeling zal wijzigen. Zo worden de inkomensgroepen beperkt tot drie, één voor het sociaal minimum, voor het minimumloon en de derde voor inkomen daarboven. Voor advocaten in bewerkelijke zaken zal het uurtarief voor de extra uren met een derde worden verlaagd. Ook zullen de indexeringen voor de inkomensgroepen, tarieven en eigen bijdragen worden uitgeschakeld.

Teeven verwacht in 2018 85 miljoen bespaard te hebben op de rechtsbijstand. Omdat er wetswijzigingen vereist zijn voor zijn plannen, zal veel regelgeving niet voor 2016 worden ingevoerd.

Voor de volledige brief klik hier.